Wanneer een jongen wordt afgewezen door een meisje, zie je het soms gebeuren: hij voelt zich gekwetst, boos of vernederd en reageert door haar uit te schelden of zwart te maken. Wat op het eerste gezicht ‘pubergedrag’ lijkt, is in werkelijkheid een signaal. Een teken dat jongens soms worstelen met het herkennen en reguleren van hun gevoelens, iets wat deels te maken heeft met opvoeding, maar ook met hoe hun hersenen zich ontwikkelen.
Kwetsbare jongens, volgzame meisjes
Psycholoog en onderzoeker Martine Delfos beschreef al in de jaren 2000 dat jongens op veel gebieden kwetsbaarder zijn dan meisjes: ze hebben vaker gedragsproblemen, ongelukken en leerstoornissen. Meisjes presteren gemiddeld beter op school, zijn volgzamer en socialer.
Dat is niet zomaar ‘opvoeding’. De verschillen zijn er vanaf de geboorte: jongensbaby’s kijken liever naar objecten, meisjesbaby’s naar gezichten. Jongens spel is vaak fysiek en leren gaat via actie. Meisjes leren via relatie en communicatie.
We kunnen dus niet doen alsof jongens en meisjes hetzelfde reageren op dezelfde prikkels. Maar wél kunnen we leren ieder kind recht te doen in zijn of haar aanleg en daar ligt precies de sleutel om respectvol gedrag te stimuleren.
Agressie begrijpen, niet afstraffen
Jongens verkennen grenzen via competitie, fysieke kracht en hiërarchie. Duwen, trekken en stoeien. Dat kan botsen met de algemene reacties van ouders, leerkrachten en begeleiders. Die wijzen op regels en de waarde van het gesprek om elkaar onderling te corrigeren.
Wanneer we te snel corrigeren of veroordelen, krijgen jongens niet de kans om zelf te ontdekken waar hun grenzen liggen en hoe ze die kunnen respecteren. Ze leren alleen dat hun natuurlijke impulsen verkeerd zijn, wat later tot frustratie of agressie kan leiden.
Martine Delfos stelt: respect voor een kind betekent ook respect voor de grenzen die zijn aanleg stelt. Een jongen heeft soms gewoon meer beweging, competitie en praktische ervaringen nodig om effectief te leren.
Wat we wél kunnen doen
- Erken verschillen zonder waardeoordeel.
Jongens zijn niet lastiger. En meisjes niet beter. Ze leren anders. - Leer jongens hun kracht te gebruiken zonder te domineren.
Assertiviteit is goed; agressie niet. Laat zien dat empathie óók kracht is. - Leer meisjes dat aardig zijn niet ten koste hoeft te gaan van weerbaarheid.
Wie ‘nee’ zegt, verdient respect, niet een veroordeling. - Laat jongens hun emoties benoemen.
‘Teleurgesteld’ of ‘kwetsbaar’ is beter dan ‘boos’. - Geef ruimte aan jongensachtig leren.
Door doen, bewegen en onderzoeken en niet alleen door praten.
Van verschil naar verbinding
Jongens en meisjes zijn anders, zowel in aanleg als in manier van leren en omgaan met emoties. Dat betekent niet dat de één beter of slechter is, maar dat ze andere behoeften hebben. Jongens hebben bijvoorbeeld soms meer beweging, competitie en concreet handelen nodig om te leren. Terwijl meisjes vaak beter tot ontwikkeling komen via samenwerking en sociale interactie.
Als we deze verschillen erkennen, kunnen we begrip en respect creëren in plaats van oordeel. Verschillen worden geen scheidslijn, maar een brug: een manier om elkaar beter te begrijpen en te begeleiden. Zo leren jongens hun kracht en emoties op een gezonde manier te gebruiken, en leren meisjes op te komen voor hun grenzen zonder dat hun sociale vaardigheden onder druk komen te staan.
Op deze manier leggen we de basis voor een omgeving waarin respectvolle omgang, empathie en zelfbewustzijn centraal staan — de eerste stap in het voorkomen van agressie en uiteindelijk geweld tegen vrouwen.
Meer weten over het verschil in ontwikkeling van jongens en meiden?
Luister de podcast: 010 Ontwikkeling jongens en meisjes – Sirene voor kinderen | Podcast on Spotify
Meer weten over positief opvoeden?
Wil je leren hoe je kinderen op een positieve manier kunt opvoeden, waarbij je zowel ruimte geeft als grenzen stelt? Vraag dan de ouderavond Positief opvoeden aan. Samen ontdekken we hoe je het vertrouwen in de ontwikkeling van je kind kunt behouden en hun talenten kunt laten groeien.

