Ga naast tieners staan en hou ze vast!

Ga naast tieners staan en hou ze vast!

De tiener is work in progress. Waarmee gaat hij aan het werk? Waar bouwt hij aan? Of wat heeft hij te verbouwen? En is het allemaal nodig, die verbouwing? Hoe geven we hem daarbij houvast?

Een tiener timmert aan zichzelf. Om de aandacht daarbij te houden, focust hij op zichzelf. Het is: Just me, myself and I. Voor de buitenwacht is dat duidelijk te zien. Voor de tiener zelf is het een chaotische periode die hem overvalt. Opeens heb je om de paar maanden een grotere maat schoenen nodig. Steeds weer zijn je broeken te kort.

Er verandert veel! Allereerst lichamelijk. Je wordt niet alleen langer, maar je krijgt ook een andere vorm. Meisjes krijgen borsten en bredere heupen, jongens bredere schouders. Je krijgt haargroei op plekken die je niet wilt. Je stem verandert. En het lijkt alsof jouw onhandige slungeligheid je vaardigheid is

Emoties

Ook de emoties gaan een grotere rol spelen. Je wordt zomaar boos om niks. Je huilt terwijl je alleen maar een verdrietig verhaal leest. Op andere momenten lach je tot je niet meer kan. Je geniet intens van nieuwe dingen.

Je wilt verantwoordelijkheid dragen. Je gaat nadenken – al is het wat zwart-wit –  over geloven, milieu en andere maatschappelijke thema’s. Je wilt mee-praten, mee-doen en mee-tellen. Daarom buitelen allerlei vragen door je hoofd. Wat is het nut van kerkgang? Van gezond eten? Van schermtijd?

Je voelt ook verandering bij je leeftijdsgenoten. Je gaat anders met elkaar om. Speelde je vroeger gewoon samen omdat je beide op voetbal zat, nu zoek je bewust iemand van wie je de aanwezigheid waardeert, wiens eigenschappen je leuk vindt, en bij wie je jezelf kan zijn. Ook de verhoudingen tussen jongens en meisjes veranderen. Er is een andere dynamiek. Je gaat de ander afstoten of juist aantrekken. En onwillekeurig vraag je je af: hoe lig ik eigenlijk in de markt?

Houvast

De verbouwing waarin de tiener zit, zorgt voor chaos: chaos in het brein, chaos bij de emoties en chaos in de slaapkamer. Dat leidt tot onzekerheid. Want de tieners veranderen en ze worden door de omgeving ook anders aangesproken. Maar ze voelen zich nog niet anders! Ze voelen zich vaak nog een jong kind en kunnen vanuit dat gevoel zomaar onverwachts nabijheid zoeken.

Door de onzekerheid gaat een tiener zijn houvast zoeken in uiterlijkheden. Draag jij je haar zo, dan doe ik dat ook; want dan voel ik mij zekerder. Post jij zo’n foto op de socials, dan doe ik dat ook. Je ziet daardoor dat de tieners meer op elkaar gaan lijken: in kleding, in gedrag en keuzes. Je merkt dat ze steeds meer gericht raken op hun leeftijdsgenoten. Ze gaan voor de likes, de waardering van anderen. Hun aandacht richt zich steeds meer op de peergroup.

Wat heeft een tiener nodig om door deze chaotische tijd een weg te vinden en gezond op te groeien? Op drie vragen zoekt hij antwoord: Ben ik (door jou) geliefd? Wordt ik (door jou) gezien? Ben ik (voor jou) van waarde?

Ben ik geliefd?

De antwoorden op de vragen lijken zo gemakkelijk te geven. Volwassenen vertellen jongeren graag dat ze uniek en waardevol zijn, dat ze eigen keuzes mogen maken. Met dat laatste wordt dan bedoeld: andere keuzes dan die leeftijdsgenoten maken. Maar een jongere wil in deze periode juist dezelfde keuzes maken als zijn vrienden, los van zijn ouders. Tieners willen helemaal niet uniek zijn. Ze willen ergens bij horen; niet opvallen, maar in de massa opgaan. Ze vinden zichzelf (vaak) niet knap of interessant. De chaos in hun brein heeft enorm effect op de eigenwaarde en het zelfvertrouwen.

Wat helpt dan om hen het gevoel van geliefd zijn mee te geven? Door hen lief te hebben ondanks hun gedrag en kledingkeuzes. Een tiener heeft een steunende omgeving nodig, mensen die echte aandacht en echte tijd voor hem hebben, die hem zien staan en die naar zijn twijfels luisteren. Hij wil zich gezien en gehoord weten.

Ben ik geliefd?

Je geeft het gevoel van geliefd zijn mee door wat je doet. Hoeveel tijd en oprechte aandacht heb je voor ze? Kijk daarbij aan de uiterlijke dingen voorbij. Let er niet op! Ze voelen zich al zo onzeker. Een tiener is gevoelig voor erkenning, voor positieve woorden.

Zie ze staan. Ken jongeren bij hun naam. Spreek ze aan als je ze tegenkomt op straat. Weet waarmee ze bezig zijn en wat hun interesse is. Weet welk vak ze op school moeilijk vinden en waar ze tegenop zien. Zie en hoor ze. Welke vragen hebben ze? Denk aan de genderdiscussie, die roept veel vragen bij hen op. Weet je welke dat zijn? Voel je verbonden met hen.

Word ik gewaardeerd?

Behandel ze niet meer als kind, maar daag ze uit om mee te denken. De tiener wordt sterk als hij wordt gestimuleerd om zijn brein te gebruiken; als hij mee mag denken over beslissingen – thuis, in de kerk en op school. Als hij zijn creativiteit mag inzetten en fouten mag maken. Als hij weet dat er genadig en liefdevol naar hem wordt gekeken.

Zet hun brein op ‘aan’ door vragen te stellen – over allerlei thema’s. Welke onderwerpen willen zij dat aan bod komen? Hoe ga je die bespreken? Bespreek relevante thema’s en schuw het taboe niet. Vraag juist hun mening en laat hun mening van waarde zijn. Zo neem je ze serieus!

De antwoorden op bovenstaande drie vragen zijn zo belangrijk. Als ze het antwoord niet bij volwassenen krijgen, zoeken ze die des te meer bij hun leeftijdsgenoten en op de socials. Dat is de plek waar ze zeker erkenning krijgen – door likes en waardering. Eindeloos! Daar heeft hun inbreng waarde en wordt hun mening zelfs gekopieerd of gedeeld. Daar doet hun mening ertoe. Op de socials worden de taboes niet geschuwd.

Daarom: geef tieners steun, inspireer ze en help ze de goede richting op te gaan. Dat geeft hen steun bij alle veranderingen en onzekerheden. Ga naast ze staan en hou ze vast.

Auteur: Alise Vleesenbeek manager Team Jeugd bij stichting Chris en Voorkom. Geplaatst in Generator febr 2024(HGJB)

Scroll naar boven