Workshop over Grensoverschrijdend gedrag 

Een kijkje in een klassikale les over grenzen

“Je grens aangeven betekent dat je zegt: ‘dit ben ik’”

Grenzen: een belangrijk en gevoelig thema om over te praten met jongeren. Maar hoe doe je dat nu eigenlijk? Hoe zorg je dat jongeren zich veilig genoeg voelen om hun vragen en zorgen te delen? Carla is trainer bij Chris en Voorkom. Zij geeft een inkijkje in de opbouw van een les.

Veilige sfeer

“We gaan onze lessen open in. De term ‘grensoverschrijdend’ is bijvoorbeeld negatief gekleurd. Daarom denken we eerst met de jongeren na wat een grens überhaupt is. Waarom heb jij grenzen? Waarom heeft een land grenzen? Wat is daar eigenlijk het doel van? Is een grens overgaan altijd fout? Of kan het ook wat opleveren?”

De les wordt bewust laagdrempelig begonnen. “Door de les heel eenvoudig te beginnen over de definitie van grenzen, creëren we veiligheid. Er is geen goed of fout. Als de sfeer vervolgens veilig voelt, kunnen we ook lastigere punten aankaarten. Dat kan bijvoorbeeld te maken hebben met fysieke grenzen.”

Positief of negatief de grens over

Samen met de leerlingen gaat Carla eerst nog op zoek naar persoonlijke grenzen. “Wat is je grens en hoe voelt dat in je lichaam? We gebruiken onder andere hoogtevrees en spinnen als voorbeeld. We stellen dan veel vragen. Wat vind je leuk, wat kan je, wat durf je wel en wat niet?” Daarna komt het overschrijden van grenzen aan bod. Carla: “Wat als je wordt overgehaald om een grens over te gaan? Wat gebeurt er dan met je? Soms kan het positief zijn. Je komt bijvoorbeeld uit je comfortzone. Je zelfvertrouwen kan daardoor groeien, je kunt er trots op zijn. Het kan ook negatief zijn. Je doet iets wat je echt niet wilt en waar je je niet fijn bij voelt. Hoe reageer je dan? Hoe reageer je als iemand anders jouw grens overgaat?” Ook hier denkt Carla met de jongeren over na. “Veel leerlingen denken dat ze zullen vechten, maar dat is niet altijd het geval. We leggen uit dat je ook kunt verstijven of verlammen.”

Tevreden stellen

In de lessen hoort Carla terug met welke grenzen jongeren moeite hebben. Carla: “We merken veel herkenning onder jongeren als het gaat over fysieke grenzen. Veel jongeren vinden het bijvoorbeeld niet prettig om hun grootouders een knuffel of kus te geven. Dat voorbeeld wordt vaak genoemd. Ze geven die knuffel wel, om hun ouders of grootouders tevreden te stellen. Maar als je vraagt wat ze zelf zouden willen, dan gaven ze die kus of knuffel liever niet. Met name bij persoonlijke contacten vinden jongeren het moeilijk om hun grens aan te geven. Dan kan het ook gaan om geestelijke grenzen. Een jongere kan bijvoorbeeld een grap van vrienden niet fijn vinden, maar zo’n opmerking dan toch over zich heen laten komen.”

Wie ben ik?

Omdat jongeren hun persoonlijkheid nog vormen, is het voor hen extra lastig om hun grenzen aan te geven. “Wat ís nu eigenlijk je grens? Door groepsdruk of verwachtingen doe je snel ergens aan mee. Je grens aangeven betekent dat je zegt: ‘dit ben ik’. Dat is moeilijk als je nog op zoek bent naar die ‘ik’.”

Tijdens de les gebruikt Carla verschillende werkvormen, zoals stellingen, casussen of fysieke oefeningen. “Tijdens die oefeningen benoemen leerlingen wat ze wel of niet leuk vinden. Daarmee leren ze al tijdens de les om woorden te geven aan hun grenzen. Dat gaat hen verder in het leven ook helpen.”

Dit thema ook bij jou op school behandelen? We verzorgen naast lessen over grenzen ook lessen over allerlei andere thema’s. Neem voor meer informatie contact op via planning@chrisvoorkom.nl.

Scroll naar boven